Bij concentratieproblemen is het lastig om je te focussen.
Verschillende oorzaken kunnen bijdragen aan concentratieproblemen. 'Onder druk staan' of 'vermoeid zijn' zijn daar voorbeelden van. Meestal verdwijnen concentratieproblemen vanzelf. Als ze blijven bestaan kunnen ze prestaties op school of bij het werk beinvloeden.
Wanneer we de hersenactiviteit bekijken bij mensen met concentratieproblemen, dan valt op dat er vaak sprake is van een verhoging van de langzame hersengolven. Deze situatie zorgt ervoor dat kinderen – en ook volwassenen – vluchtig zijn in hun gedrag en een onrustige ongeconcentreerde indruk maken.
Met neurofeedback kunnen we het teveel aan langzame golven (de onderactiviteit) terugbrengen. De resultaten kunnen het zelfde zijn als in de situatie waarin men kiest voor medicatie. Het voordeel van neurofeedback is dat er geen sprake is van bijwerkingen en dat het behaalde resultaat van blijven de aard is. Beide zijn bij medicatie gebruik lang niet altijd het geval.
Over de mogelijkheden van neurofeedback bij concentratieproblemen is veel onderzoek gedaan. Neurofeedback kan tot de volgende verbeteringen leiden.